JavaScript is off. Please enable it to view the full site.

Lino Tagliapietra - Een leven lang experimenteren

Lino Tagliapietra – een leven lang experimenteren

In de afgelopen zeven decennia heeft kunstenaar, meesterglasblazer en docent Lino Tagliapietra objecten gemaakt van een onovertroffen schoonheid. Hij beheerst de Venetiaanse technieken voor het bewerken van glas als geen ander en heeft grote invloed gehad op het werk van talrijke Amerikaanse, Europese en Aziatische glaskunstenaars. Hij is een belangrijke spil geweest in de internationale uitwisseling van glaskennis.
Door Han de Kluijver

Zelf liet Tagliapietra zich begin jaren tachtig inspireren door ontwerper en glaskunstenaar Andries Copier; zij hebben zowel in Leerdam als op Murano veelvuldig samengewerkt. Op 11 september 2016 gaf Lino Tagliapietra een exclusief interview in het auditorium van het Dordrechts Museum. Ik had de avond daarvoor het genoegen hem te ontmoeten, toen hij met groot enthousiasme over zijn werk vertelde. Na de lezing hebben we nog (samen met curator Dorris Kuyken Schneider) de tentoonstelling de '35th Anniversary show' in Etienne Gallery in Oisterwijk bezocht.

Van verzadiging is bij de Venetiaanse meester nog lang geen sprake. “Ik wil graag tijdloos glas maken, dat houdt je jong,” zo verklaart hij. Tagliapietra blijft zichzelf iedere dag uitdagen om het materiaal beter te leren begrijpen. Continu op zoek naar nieuwe vormen van expressie en uitingen van creativiteit. Zijn laatste werken worden steeds krachtiger en groter. Neem zijn serie dinosaurussen met sierlijke langgerekte nekken, gemaakt door het geduldig verhitten en oprekken van het materiaal. De grootste dino is 1.80 meter lang, maar zijn ambitie reikt verder: hij zou een twee keer zo grote dinosaurus willen maken. Waarmee hij niet wil zeggen dat groter altijd beter is. “Zodra je over de grens heen gaat, breng je de kwaliteit in gevaar, maar als je het materiaal respecteert, is het mogelijk om fantastische dingen te doen,” zegt hij. “Jijzelf bent de limiet.”

Lino Tagliapietra (1934), zoon van een glasmaker, begon op 12-jarige leeftijd in een van de Muranese glasateliers te werken. Hij werd opgeleid door de glasblazer Seguso. De jonge Lino maakte lange dagen, van s’ochtends vijf uur tot ‘s avonds zeven uur, en dat zes dagen in de week. “Het was een zware opleiding,” zegt hij. Een Venetiaanse glasmaker leerde destijds zijn vak van de grond af in een fabriek en werd niet opgeleid om kunst te maken. Op 21-jarige leeftijd kreeg hij de titel 'maestro', een titel die in Venetië nog veel aanzien geniet. Gedurende de jaren ’70 en ’80 werkte hij voor diverse Muranese glasfabrieken, zoals Venini, Galliano Ferro en Effetre International.

Hij maakte naam als ambachtsman, iemand die werkt op het hoogste niveau van vaardigheid en het materiaal tot in de puntjes beheerst. Maar eind jaren zeventig zou hij een nieuwe weg in slaan. Tot die tijd had hij altijd in glasfabrieken gewerkt, maar in ‘79 ontmoette hij Benjamin Moore bij Venini. Deze jonge Amerikaanse glaskunstenaar was onder de indruk van Tagliapietra’s kunnen en nodigde hem uit voor een demonstratie op de Pilchuck Glass school in de buurt van Seattle.

Deze glasschool werd gesticht door Dale Chihuly en is nog steeds een ontmoetingsplek voor studenten, leraren en kunstenaars. Tagliapietra ging hier les geven. Zijn Venetiaanse technieken hadden een grote impact op destijds jonge Amerikaanse kunstenaars als William Morris, Dante Marioni en Preston Singletary. “Ik liet de mensen praten met glas,” zegt hij. Maar Lino was aanvankelijk minder onder de indruk van het werk daar. “De techniek stelde toen nog niet veel voor, maar het enthousiasme en de energie waren fantastisch,” zegt Tagliapietra. Nog steeds roemt hij de faciliteiten en de snelheid van werken in Amerika, redenen waarom hij daar liever werkt dan in zijn thuishaven Murano.

De jonge Amerikanen dwongen Tagliapietra destijds ook vrijer te gaan werken. Hij voelde zich niet langer gebonden om objecten te maken die er perfect en bijna machinaal vervaardigd uitzagen. Het was een win-win situatie. De samenwerking in Pilchuck was zo succesvol, dat hij er twee jaar 'artist in residence' werd en zijn tijd verdeelde tussen Seattle en Venetië. "Ik ben nog steeds ontzettend dankbaar voor die ervaring. Ik had in Amerika een goed team met de beste glasblazers om me heen. Een fantastische periode,” zegt hij terugblikkend.

Tagliapietra was in de jaren tachtig ook regelmatig in Nederland te vinden. In 1981 ontmoette hij Andries Dirk Copier op de Scuola Internazionale del Vetro. Tagliapietra sprak toen nauwelijks Engels en Copier verstond geen
Italiaans, toch begrepen de twee elkaar instinctief. Het was het begin van een decennium van vruchtbare samenwerking. De objecten die zij samen maakten, zijn uitbundig van kleur, complex in detaillering en, als geheel, eenvoudig en sereen.

“Wij begonnen samen te werken en ik geloof dat het geweldige glasobjecten waren die uit onze samenwerking ontsprongen: objecten, vazen met een nieuw soort grafisch decor en een nieuw soort vorm,” vertelde Tagliapietra aan curator en glaskunstliefhebber Dorris U. Kuyken-Schneider, die een artikel voor de catalogus van de tentoonstelling 'A.D. Copier en Lino Tagliapietra, Inspiratie in glas' schreef. (Museum Het Paleis, Den Haag, 24 juni-29 oktober 2000). De twee waren soms zo geobsedeerd door het aanpassen en uitvoeren van een ontwerp dat ze de tijd vergaten: ze konden gerust twee dagen aan een stuk aan één coupe (een glas) werken.

Copier werd meegesleept door de soepele, moeiteloze manier waarop zijn ontwerpen werden uitgevoerd en profiteerde van het talent van Tagliapietra om geometrische vormen puntgaaf uit te voeren. Tagliapietra op zijn beurt, leerde veel van de manier van ontwerpen van Copier. In Amerika had Tagliapietra geleerd om de traditionele Venetiaanse technieken vrij te gebruiken, zonder rekening te hoeven houden met de conventie. Door Copier ging hij nog een stap verder in het omarmen van die vrijheid en begon hij zijn eigen stijl als kunstenaar te ontwikkelen.

In de glaskunst wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen de ontwerper/kunstenaar en de uitvoerder/glasblazer. Bijzonder aan de samenwerking tussen Copier en Tagliapietra was dat zij hun stukken samen signeerden. “De dialoog tussen de kunstenaar en de ambachtsman is heel belangrijk,” zegt Tagliapietra. “De glasblazer moet de geest van de kunstenaar weten te vangen. Soms zijn ze een en dezelfde persoon, dan kun je de beste stukken maken.”

Tagliapietra koos in 1988 definitief voor het kunstenaarschap en stopte met werken voor de Muranese glasindustrie. Hij begon zijn eigen werkplaats. "Ik had het idee dat ik iets nieuws kon doen, maar altijd vanuit een groot respect voor het materiaal,” zegt hij over die beslissing. In diezelfde periode kreeg hij belangstelling voor Amerikaanse schilders als Mark Rothko en Barnett Newman. Vanaf ‘88 ging hij steeds vaker naar Amerika en werkte hij samen met Dale Chihuly (1941) aan een reeks kleurrijke geblazen vormen geïnspireerd op het oude Venetiaanse glas, de bekende 'Venetians'.

De jaren negentig waren een zeer experimentele, vernieuwende periode voor Tagliapietra. Hij beschikte over een goed team met mensen als John Kiley en Marioni. Hij werkt graag langdurig samen met dezelfde mensen, dan heb je aan een half woord genoeg. Tijdens het werken, praat hij het liefst zo min mogelijk, dat verstoort de concentratie maar. “Je moet je ego en je kennis tijdens het werken opzij kunnen zetten,” zegt hij.

Tagliapietra mag nu een van de bekendste glaskunstenaars ter wereld zijn, het succes kwam hem niet aanwaaien. Hij heeft er altijd keihard voor gewerkt. “Een goede glaskunstenaar moet vooral ook geduldig zijn,” zegt hij. “Je zult niet meteen beroemd worden. Mij kostte het 65 jaar om mijn technieken te perfectioneren. Je hebt ook een beetje geluk nodig natuurlijk. Ik ben blij dat ik in de Verenigde Staten heb kunnen werken, dat heeft mijn leven volledig veranderd.” Hij verdeelt zijn tijd nu tussen een appartement in Seattle en een huis in Murano. Hij werkt het liefste in Amerika, zegt hij, want daar zijn de faciliteiten voor glasblazers erg goed. “Alles gaat daar sneller.”

Experimenteerdrang

Lino Tagliapietra is inmiddels in de tachtig, maar van 'oude hits herhalen' is zeker geen sprake. Hij heeft nog steeds een aanhoudende drang om te experimenteren. "Als je kunst wilt maken, moet je nieuwsgierig en gepassioneerd zijn,” zegt hij. "In plaats van schetsen, is voor mij het werken met heet glas het creatieve proces.” Zijn inspiratie haalt hij uit zijn directe omgeving. “Om een goede glasblazer te zijn, is het nodig om de techniek te bestuderen en te beheersen. Maar het is ook belangrijk om te wandelen in het bos, om goede wijn te drinken, lekker te eten. Neem de tijd om dingen buiten glasblazen te begrijpen, want dat is waar je inspiratie vandaan komt.” Zo leert hij iedere dag bij. “We denken dat we alles weten over glas, maar morgen beheersen we weer iets nieuws. Ik vind het belangrijk om me te blijven ontwikkelen en te leren van mijn fouten.”

Met ruim zeven decennia ervaring in de glaswereld, is het de grote vraag hoe de toekomst van het medium glas eruit ziet. "Dat is een goede vraag, ik zou het graag willen weten", zegt de maestro grinnikend. De huidige aandacht voor glaskunst en het internationale contact met zijn collega’s vindt hij zeer stimulerend. Maar hij signaleert ook een aantal negatieve ontwikkelingen. Door massaproductie verdwijnen de vaardigheden. “Er werken nog een paar mensen in de glasfabriek, de machines doen alles,” zegt hij. Murano telde vroeger 6000 glasblazers, maar dit aantal holt achteruit. En ook het aanbod van opleidingen en docenten neemt af. “Het is belangrijk om meer opleidingen aan te bieden. We hebben goede docenten nodig en betere faciliteiten.” Daarnaast moedigt hij musea aan om nog meer glaskunsttentoonstellingen te organiseren en galeries om het werk van hun glaskunstenaars te promoten. “Het is jammer dat er in Europa niet zoveel verzamelaars zijn als in Amerika,” zegt hij.

Voor zichzelf ziet Tagliapietra nog volop mogelijkheden om zich te blijven ontwikkelen. Zo werkt hij tegenwoordig met computersoftware om nieuwe ontwerpen en patronen te bedenken in staaffiligraan (draadversiering in het glas). “De computer biedt me oneindig veel mogelijkheden. Het stimuleert de creativiteit.” Hij is ook zeer geïnteresseerd in glasgieten met behulp van 3D-printers. “Ik probeer graag nieuwe manieren uit om mezelf uit te drukken - niet alleen in het ontwerp, maar ook in de techniek.” Maar vooruitgang staat of valt bij een gedegen materiaalkennis, benadrukt hij. “Ik doe veel onderzoek. Als ik niet aan het werk ben, zit ik vaak over glas te lezen. Ik hou van Romeins glas, Islamitisch glas, ik hou van de geschiedenis van het glas. We kunnen de toekomst alleen tegemoet treden als we het verleden kennen,” zegt Tagliapietra.