Kerkgebouw 'De Levende Steen'
Opdrachtgever |
De Levende Steen |
Jaar |
2013 |
Aannemer | |
Oppervlakte |
1.1187 ha |
Locatie |
Spijkenisse |
Discipline |
Architectuur |
Typologie |
Kerkgebouw, theater |
Het kerkgebouw ‘De Levende Steen’
De ontwerpopdracht voor het kerkgebouw De Levende Steen, die wij in 2005 kregen, was een complex samenspel van belangen. De tijdspanne tussen het ontwerp en uitvoering was behoorlijk lang.Ook de totstandkoming van het pve in relatie tot de bouwkosten en de daaruit voortvloeiende mogelijkheden was een lang proces. Binnen De Levende Steen hadden diverse partijen een eigen belang. Hoe groot moest de zaal worden; wel of geen restaurant, hoeveel lokalen etc. Het gebouw nam tijdens het ontwerpproces diverse gedaantes aan, waarbij iedere keer een optimaliseringsslag in financiële zin werd gemaakt.
Het ontwerp
Het ontwerp voor een nieuwe kerk nodigde bij uitstek uit om over symboliek na te denken, maar de tradities en rituelen rond een dienst boden weinig uitgangspunten voor de typologie van het ontwerp van De Levende Steen. De eisen die de zondagviering aan de inrichting stelde, zijn anders dan die bij de inrichting van traditionele kerkgebouwen.
De dikwijls staande kerkgangers, de licht- en geluidsshows, een band en het enthousiasme van de voorganger leidden tot een kerktypologie, die zich bevindt tussen het traditionele kerktype, een bioscoop en een concerthal. Daarbij gaat een onmiskenbare invloed uit van de jongerencultuur.
Ook de aanwezigheid van daglicht, van oudsher een belangrijk element in de kerkarchitectuur, speelde nauwelijks een rol. Omdat de zaal geschikt moet zijn voor tv-opnamen is de mystiek van invallend daglicht vervangen door kunstlicht.
Het nieuwe evangeliecentrum in Spijkenisse is, ondanks een compleet andere verschijningsvorm ten opzichte van de traditionele kerkgedaante, een duidelijke entree voor de stad. Gesitueerd aan een grote rotonde, waar veel groen omheen ligt, is vanwege een grote verscheidenheid aan (bedrijfs-)bebouwing aan de randen een subtiele interventie gewenst. Rondom het gebouw is een waterpartij aangelegd die verbonden is met de bestaande sloten.
De Levende Steen is vormgegeven als een neutraal volume, dat is bepaald door een zo efficiënt mogelijk gebruik van de kavel en de beschikbare gelden. De twee gekozen Ichtus-tekens geven identiteit aan het gebouw. Deze tekens zorgen ervoor dat het gebouw ondanks de bescheiden grootte en ondanks de afwezigheid van traditionele symbolen als toren, kruis toch herkenbaar is als religieus gebouw.
De kerkzalen zijn de twee hoofdelementen in het project. Deze elementen verdienen dan ook de aandacht. Doordat de rest van het gebouw door het groen is ingepakt, steken de kernen door een kunstmatige heuvel. Door de kernen in aardekleur metselwerk uit te voeren behoudt het plan een eenduidige, subtiele uitstraling. Het onderscheidt tussen de grote zaal, met meer dan tweeduizend zitplaatsen, en de kleinere jeugdzaal wordt versterkt door de toepassing van twee tinten metselwerk.
Tussen de twee gemetselde kernen bevindt zich de foyer. Een grote ontvangstruimte waarin de wekelijkse rituelen (samenkomen, ontmoeten) zeer rationeel als routing in de plattegrond zijn doorgevoerd. De foyer bestaat uit twee verdiepingen die door middel van drie grote vides veel onderlinge interactie hebben. Tezamen met een zogenoemde ontmoetingsstraat in de grote zaal, versterkt dit het onderlinge gevoel van betrokkenheid voor de leden van de kerkgemeenschap. Door delen uit het talud te snijden ontstaat voldoende lichtinval, uitzicht en een ruime vluchtmogelijkheid.
Door het openen van vier grote deuren van drie meter breed ontstaat er een wijde toegang om vanuit de foyer de grote zaal in te lopen. De grote zaal wordt gevormd door het podium met doopbad en een tribune. Deze tribune loopt van de begane grond tot de derde verdieping en is bereikbaar via trappenhuizen en een lift. Door zijn halfronde vorm zorgt de oplopende tribuneopstelling voor 2011 zitplaatsen en een levendig contact tussen de bezoekers en de voorganger. De ruimten onder de tribune hebben een invulling als opslagruimten, les- en spreeklokalen voor de jeugd, keuken, toiletten en kleedruimten. De overige ruimten in het grote Ichtus-teken bestaan uit kantoren, een studio en de technische ruimte, in totaal verdeeld over vier bouwlagen De kernen die door het groene dak steken, bevatten inpandig alle technische installaties, zodat er geen aparte doorvoeren op het groene dak verschijnen.
De jeugd heeft een eigen ruimte in het ontwerp van het kerkgebouw. Een kleinere zaal (450 personen), waarin door middel van een vide met een hoog venster daglicht naar binnen valt. Deze zaal heeft geen niveauverschillen of vaste tribune-elementen waardoor een polyvalent gebruik mogelijk is.
Aangezien het gebouw ook voor andere doeleinden dient te kunnen worden ingezet, ging de voorkeur meer uit naar de uitstraling van een theater dan van een kerk.
Het gebouw rust op een balkenlaagfundering met 280 vibropalen. De hoofddraagconstructie (550 ton) bestaat uit een staalskelet met systeemvloeren. Het dak is volledig uitgevoerd in staal voorzien van geperforeerde stalen beplating.
De ovale vorm van het gebouw is gerealiseerd door middel van het knikken van stalen frames(vakwerken) op stramienpunten. De begane grondvloer en verdiepingsvloeren en tribune zijn uitgevoerd met 8.500m2 kanaalplaatvloeren. De stalen frameconstructie is omkleed met 350.000 metselstenen in twee kleuren en twee kleuren voegwerk.
Op de hoekpunten van de kernen zijn speciale vormstenen gebakken.
Gepoogd is een ontwerp te realiseren dat, zowel intern als extern, logistiek goed functioneert. Ook is er gezocht naar een esthetiek die zich op subtiele wijze met de omgeving verweeft, maar toch een herkenbare positie inneemt.
In plaats van de gebruikelijke harde scheiding tussen gevel en maaiveld, zorgt een vloeiend verloop tussen gebouw en de omgeving ervoor dat het aanwezige groen niet wordt verdrukt en er ook ‘rust’ in de bebouwing blijft bestaan. Hiertoe wordt het landschap als een tapijt opgetild, zodat de kerk onder een grasdak en groen talud geschoven is.
Projectarchitecten: Han de Kluijver & Arno de Ruiter