Nieuwbouw Repaircentrum
Opdrachtgever |
Den Hartogh Rozenburg |
Jaar |
2012 |
Oppervlakte |
2.950 m2 |
Locatie |
Rozenburg, Botlek |
Discipline |
Architectuur |
Typologie |
Industrie |
Duurzaamheid
In het ontwerp zal worden gestreefd naar een zo laag mogelijk energieverbruik. Dit zal worden bereikt door een uitgekiend gebruik/ontwerp van het gebouw, waarbij de vormgeving en detaillering van het gebouw, de fysische eigenschappen van de toegepaste materialen en de gebouwinstallaties in onderlinge samenhang worden bepaald.
Kunst- en daglicht
Zo’n 40 procent van de energiebehoefte van een traditioneel bedrijfsgebouw is bestemd voor kunstlicht. Tegelijkertijd produceert de verlichting ook nog eens veel warmte die weg gekoeld moet worden. Door minder kunstverlichting toe te passen snijdt het mes dus aan twee kanten: minder energieverbuik voor verlichting en voor koeling.
De gevel is zeer transparant en maakt optimaal gebruik van daglicht mogelijk, maar geeft ook een adequate bescherming tegen het buitenklimaat. Nadeel van een translucente gevel lijkt het relatief grote warmteverlies ten opzichte van een gevel met meer dichte, beter geïsoleerde geveldelen. Het warmteverlies wordt echter gecompenseerd door de toepassing van lichtbouwelementen met een optimale thermische isolatie en nagenoeg luchtlekvrije aansluitingen. De extra binnenkomende zonnewarmte in de winter wordt benut en de hoeveelheid kunstlicht drastisch beperkt.
Zowel de containerrepair als ook de wasplaats zijn zo ontworpen dat kunstlicht nauwelijk nodig is. Naast de daklichtdoorlatende gevels zorgt de toepassing van daklichtvensters voor veel werklicht in de containerwerkplaats. Door het grote overstek van de quickrepair op het zuiden wordt de zon ’s zomers zo geweerd dat licht wel invalt, maar warmte niet.
Alhoewel het gebouw gedurende een groot deel van de tijd geen kunstverlichting nodig heeft, is er uiteraard wel verlichting aangebracht. Dit systeem zal zich kenmerken door een energiezuinige hoogfrequent verlichting met bijvoorbeeld aanwezigheidsdetectie en daglichtregeling. Een energiezuinige oplossing voor de momenten waarop kunstverlichting toch noodzakelijk is.
Verwarming
Dankzij de lagere warmtebehoefte hebben moderne kantoren minder verwarmingsenergie nodig om warm te blijven.
Voor de verwarming en koeling wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp en warmte/koudeopslag in de bodem. Slechts enkele meters onder de grond is de temperatuur het hele jaar door vrij constant: rond 10°. De geproduceerde koude wordt in de winter opgeslagen om ’s zomers te kunnen koelen, warmte wordt ’s zomers opgeslagen voor gebruik in de winter.
Voor de werkplaats wordt gebruik gemaakt van vloerverwarming. Door het grote stralingsoppervlak met een lage temperatuur is het een praktische warmteafgifte voor de werkruimte. Mede door deze lage luchttemperatuur is er een laag energieverbruik. De vloermassa maakt onderdeel uit van het verwarmingselement (zgn. betonkernactivering). Hierdoor ontstaat een grote warmtebuffer, zodat er zeer regelmatig verwarmd kan worden.
Tevens bestaat de mogelijkheid om het gebouw aan te sluiten op het stoomtracé van Huntsman. Hierdoor wordt de restwarmte van de petro-chemische industrie gebruikt om de werkplaats en kantoren te verwarmen.
Regenwateropvang
Zowel het dak van de containerrepair als ook wasplaats worden aangesloten op een gecombineerde tank om regenwateropvang mogelijk te maken. Deze buffer kan naast bijvoorbeeld toiletspoeling nuttig worden gebruikt voor het extern reinigen (wassen) van de tankcontainers.
Met een gemiddelde regenwaterval per jaar in Nederland wordt zo’n 778 mm/m2 opgevangen:
Containerrepair ( ca. 2080 m²) – ca. 1600 m³ per jaar
Wasplaats (ca. 740 m²) – ca. 575 m³ per jaar
Totaal: ca. 2200 m³ per jaar