Restaurant Zoet of Zout
Opdrachtgever |
Zoet of Zout |
Jaar |
2015 |
Aannemer |
Aannemer: Aannemersbedrijf De Bruijne Bv Elektra-installatie: Hoogenboom Electra Werktuigbouwkundige installatie: Marco Warmte Interieur: Woodfever |
Oppervlakte |
0.049 ha |
Locatie |
Stellendam |
Discipline |
Architectuur |
Typologie |
Restaurant |
Het Experience-centre Zoet of Zout, de plek waar alles van het Haringvliet bij elkaar komt.
Op de grens van land en water.
Dankzij het Deltaprogramma uit 1957 worden waterveiligheid en het leven met water belangrijke elementen in de Zeeuwse delta. Op de grens van land en water ontstaan betekenisvolle plekken. Water en land ontmoeten elkaar bij dijken, kades, stranden én de deltawerken. Deze locaties hebben een brede horizon en laten de rijkdom van het cultuurlandschap en de weidsheid van het water zien.
Interessant wordt het wanneer recreatie en natuur elkaar ontmoeten op de grens van land en water. De plek van het Expostrand, een smalle laag gelegen strandstrook onder aan het eiland van de Haringvlietdam, heeft alles in zich om uit te groeien tot een bijzondere bezienswaardigheid. Het oude expogebouw, ooit de ‘bouwkeet’ voor de deltawerken, laat helaas een versleten indruk achter.
Welk materiaal wordt gebruikt bij uitbreiding van een bestaand gebouw? Vaak is de standaardtoelichting dat er “eigenheid en respect voor het oude” moet zijn. Oud en nieuw moeten “in evenwicht zijn”, of “een dialoog voeren”, maar het mag geen historiserend beeld worden.
Bij de uitwerking van het ontwerp ligt de nadruk vaak op de eigen identiteit ten opzichte van het bestaande. Deze houding komt voort uit de veronderstelling dat contrast de betekenis van het oude en het nieuwe intensiveert en visualiseert. Ook wordt de identiteit van het nieuwe daardoor verbonden met de historie, in plaats van dat deze ermee wordt geconfronteerd.
Zoet of Zout
Deze ontwerpkeuze moet ook worden gemaakt bij de revitalisering van het gedateerde expogebouw en restaurant gelegen aan de in 1970 in gebruik genomen haringvlietsluizen tussen Hellevoetsluis en Stellendam. De beleving van het landschap sluit niet meer aan bij de verwachtingen en wensen van hedendaagse recreanten en toeristen.
Restaurant Zoet of Zout is uitgebreid, evenals de buitenopvang van zeezoogdierencentrum A-Seal en het terras aan de waterzijde. Deze locatie - die de geschiedenis van de Deltawerken met zich meedraagt en waar de visafslag op een steenworp afstand ligt - heeft alles in zich om uit te groeien tot een bijzondere bezienswaardigheid aan het Haringvliet.
De uitbreiding van het restaurant is onderdeel van een groter concept/masterplan, waarin toekomstige ontwikkelingen voor een experience-centre zijn meegenomen. Bij deze uitbreiding is gekozen voor een oplossing om iets nieuws te maken dat het bestaande gebouw zelfs letterlijk overstijgt. Hierbij fungeert de uitbreiding als kapstok voor de revitalisatie van het complex en biedt niet alleen extra restaurantruimte, maar geeft ook richting en structuur aan de buitenruimten rondom de gebouwen. Hierbij wordt gedacht aan het idee van gelaagdheid en pluriformiteit.
Door het koud tegen elkaar aanzetten van objecten of door gebruik te maken van translucente materialen dienen onvoorspelbare fricties en paradoxen zich aan. Die hoeven geen synthese te vormen, maar bieden een nieuwe definitie van harmonie. Het marinelandschap verandert iedere dag weer in het tempo van eb en vloed. De translucente gevel zal in de avond als baken dienen op de landtong van de Haringvlietsluizen en als landmark langs de N57.
Inmiddels zijn de Deltawerken zelf in beweging gezet; het is niet langer een statisch slot op de deur, maar een open delta voor natuur, recreant en toerist. Aan de abrupte overgang van zout naar zoet komt in 2018 waarschijnlijk een einde. Volgens planning gaan de sluizen om ecologische redenen dan op “een kier”. Alleen bij stormvloed en lage waterstand in de rivieren zullen de sluizen geheel worden gesloten.
Natuur verstoord
Inmiddels is algemeen bekend hoe ernstig de samenhang tussen natuur en maatschappij is verstoord. De 20e-eeuwse steden draaien haast volledig op fossiele energie die de opwarming van de aarde veroorzaakt. Ze onttrekken te veel drinkwater aan de bodem, doen niets aan de herwinning van afvalwater en voedingsstoffen en hopen het afval op stortterreinen op.
De tragedie van onze tijd is dat het snelle urbanisatieproces in de nieuwe steden op het zuidelijke en oostelijk halfrond via het hetzelfde traject verloopt als de pionierssteden in het westen in de 20e eeuw hebben doorlopen. Er is geen plek op aarde waar dit duidelijker te zien is dan in de steden van China. In de komende decennia is het nodig het functioneren van de stad in sterke mate ‘los te koppelen’ van het gebruik van hulpbronnen. Dit is een breuk met de nog steeds gebruikelijke standaard-verstedelijking, die gebaseerd is op het kopiëren van 20e-eeuwse ontwikkelingsstrategieën.
Er is behoefte aan nieuwe, overtuigende ideeën voor de stad van de 21e eeuw. Ideeën die overal in de maatschappij partijen activeren. Ideeën die bijdragen aan de transitie naar een leefbare toekomst die ingebed is in ecologische duurzaamheid en een regionale bio-economie.
Waar waterveiligheid voorheen uitsluitend een taak van het rijk was, wordt nu ook aan marktpartijen en andere belangenbehartigers gevraagd de waterveiligheid van het gebied te versterken. Een begrijpelijke ontwikkeling, maar het gevaar is dat er onvoldoende oog is voor de ruimtelijke consequenties. Wie bewaakt collectieve belangen als landschappelijke kwaliteit en leefbaarheid?
Het is de verantwoordelijkheid van de ontwerper om de opgave in een breder kader te plaatsen. Architectuur is namelijk een onderzoekende, integrerende en ontwerpende discipline. Onderzoek en realisatie voeden elkaar: het ontwerponderzoek verrijkt de ideeën en keuzemogelijkheden van uitvoeringsgerichte projecten. Het plaatst ze in het brede perspectief van de grote landschappelijke lijnen en maatschappelijke trends waarbij duurzaamheid een intrinsiek gevolg is van de juiste keuzes op de juiste plek. Omgekeerd reikt het uitvoeringsgerichte ontwerp weer onderzoek aan.
Blauwe energie
Een voorbeeld hiervan is blauwe energie. Door kleine, van elkaar gescheiden compartimenten zout water en zoet water langs half doorlatende membranen te laten stromen, kunnen we blauwe energie realiseren. Het compartiment met zeewater bevat zout in de vorm van natriumchloride. Daar willen de chloride-ionen (Cl-) door het membraan dat alleen negatieve deeltjes doorlaat naar het zoete Haringvliet. Vanuit datzelfde compartiment dringen de natrium-ionen (Na+) door een ander membraan dat louter positieve deeltjes doorlaat naar een tweede aangrenzend zoetwaterbakje. Aan de ene zijde ontstaat zo een tekort aan elektronen, aan de andere kant juist een overschot.
Van dat spanningsverschil maakt blauwe energie gebruik. Door beide bakjes met een stroomdraadje te verbinden, gaat er een elektronenstroom lopen. Het zout water wordt zoeter, het zoet water zout. Beide stromen worden als brak water geloosd. Een nieuwe definitie van harmonie, waarbij de architectuur visies moet ontwikkelen die investeerders, planners, publiek en betrokkenen samenbrengen. Waterveiligheid heeft ontegenzeggelijk een ruimtelijke expressie – dus: kijk er ook zo naar.