JavaScript is off. Please enable it to view the full site.

Uitvaartcentrum te Spijkenisse

Opdrachtgever

Marantha

Locatie

Spijkenisse

Discipline

Architectuur

Opdrachtgever “Maranatha” had al langer een centrum voor uitvaartverzorging elders in Spijkenisse. In de loop der jaren was dit gebouw te klein geworden. Niet alleen vanwege de toenemende vraag naar diensten en rouwplechtigheden, maar ook vanwege het feit dat er steeds meer verzoeken zijn om andere diensten de houden met bijbehorende rituelen. Op zoek naar een nieuwe locatie kwam, ook in overleg met de gemeente, een sportoefenveld aan de rand van Spijkenisse ter sprake.

Programma

Op het terrein van 50 bij 80m zou een centrum gebouwd moeten worden, waarin twee begrafenis- of crematieplechtigheden tegelijk gehouden konden worden. Het was uitdrukkelijk niet de bedoeling er een crematorium van te maken; voor crematies was men aangewezen op een crematorium elders.

Opdrachtgever “Maranatha” had duidelijke ideeën over zijn rouwcentrum. Niet alleen dienden er grote ruimten te zijn die voor de dienst zelf en voor de condoleance gebruikt konden worden, maar had onder meer ook een kapel en een colombarium (ruimte voor urnen) op het wensenlijstje staan. Daarnaast dienden er nog opbaarruimten en een koelcel in het centrum te komen, maar ook een garage voor de rouwauto’s en ruimten voor opvang van het personeel.

Behalve de ruimten van het uitvaartcentrum wilde opdrachtgever “Maranatha” ook zelf wonen bij het complex. De privé-ruimten en het rouwcentrum dienden echter wel nadrukkelijk gescheiden te zijn. Een grote schijf vormt letterlijk deze scheiding. Aan de zuidkant van deze schijf zijn drie lagen ontworpen, waarbij de woning op de middelste laag is gesitueerd tussen de opbaarruimte en garage op de begane grond en de zalen op de tweede verdieping.

Vooral om verschillende ‘verkeersstromen’ niet met elkaar te mengen, moet het gebouw logistiek goed in elkaar zitten. Het merendeel van de bezoekers komt voor de begrafenis- en crematiediensten en maakt gebruik van de condoleanceruimte. Daarvoor is de hoofdentree direct zichtbaar voor diegenen die het terrein opkomen. Vlakbij de hoofdentree bevindt zich ook de toegang tot de aparte colombariumruimte. De twee verdiepingen hoge entree gaat over in de entreehal waar zich ook de balie en de koffiezaal bevinden.

De hal met vide ligt naast een patio, waar omheen de belangrijkste ruimten liggen, afgezien van de grote aula . Deels boven de koffieruimte, garderobe en colombarium liggen ook nog kantoren van medewerkers in het centrum.

Bezoekers van bijvoorbeeld een (avond)dienst in de kapel of de openbare ruimten kunnen ook gebruik maken van een aparte ingang in de zijgevel. Vlak daarbij bevinden zich ook ruimten waar nabestaande hun overledenen zelf kunnen wassen en kisten, zoals dat bijvoorbeeld in het hindoeïsme gebruikelijk is.

In zichzelf gekeerd

Het rouwcentrum is aan één kant tegen de schijf geplaatst, die naast en boven de bebouwing uitsteekt. Door de openingen (noodzakelijk voor de rondlopende rijroute) zijn er twee grote poorten ontstaan. De gevels van het rouwcentrum zijn namelijk gesloten, afgezien van de hoge glazen entreepui. Het merendeel van het daglicht ontvangen de ruimten direct of indirect via de patio. Het directe daglicht voor de condoleanceruimte en koelcel komt deze ruimte binnen via laaggeplaatste ramen aan de patio. Ook de ruimten binnen via laaggeplaatste ramen aan de patio. Ook de ruimten aan de zuidwest gevel (condoleanceruimte en gang) krijgen daglicht via smalle raamstroken net boven de vloer. De aula daarentegen kreeg hooggeplaatste ramen in de twee verdiepingen hoge ruimte. Zo is er voor bezoekers, als ze eenmaal binnen zijn, weinig contact meer met ‘buiten’.

Aan de andere kant van de schijf, waar ook de woning is gesitueerd, zijn de gevels veel opener. Behalve op de begane grond, waar vooral garagedeuren in de gevel domineren. Alle woon- en slaapruimten op de verdieping liggen aan de gevel met grote glazen puien en openstaande deuren aan het terras. Op diezelfde verdieping bevindt zich ook nog een saunaruimte voor de medewerkers, met eveneens een terras dat echter wat meer besloten ligt in de gevel.

Op de tweede verdieping liggen twee zalen, die met elkaar verbonden kunnen worden en die bedoelt zij voor speciale bijeenkomsten.

Uitwerking

De materiaal keuze is sober en degelijk met een ‘vleugje eeuwigheidswaarde’: veel baksteen en houten binnenkozijnen. Niet alleen de buitengevels zijn uitgevoerd in twee kleuren metselwerk maar ook binnenin het complex komen schoonmetselwerkwanden voor. Veel aandacht is ook besteed aan voldoende geluidisolatie tussen bepaalde ruimten, zoals bij de koffiekamer en kapel, alle wanden van de aula, enzovoort.

De schijf was aanvankelijk ontworpen in forse gemetselde zandsteen blokken, maar uiteindelijk is gekozen voor gekloofde cenia natuursteenplaten van 35mm dik die zijn verlijmd op een betonnen ondergrond.