JavaScript is off. Please enable it to view the full site.

De Rijke Transport te Spijkenisse

Opdrachtgever

De Rijke Spijkenisse

Oppervlakte

2.000 m2

Locatie

Spijkenisse

Discipline

Architectuur

Typologie

Bedrijfsgebouw

Transportonderneming De Rijke vond voor haar nieuwe hoofdkantoor een locatie aan de rand van de stad. Echter wel een markante plaats, namelijk op de hoek van de Groene Kruisweg – de provinciale weg tussen Spijkenisse en Brielle – en de toegangsweg naar industrieterrein Halfweg 1. Het achterliggende terrein had De Rijke al jaren in gebruik voor het parkeren van vrachtwagens.

De betrekkelijk solitaire ligging van het nieuw te bouwen hoofdkantoor was de basis voor een ontwerp dat fungeert als een soort draaipunt voor zijn omgeving. Een gebouw zonder echte kop-, voor- of achtergevel maar met gelijkwaardige gevels; een gebouw dat van alle zijden op dezelfde wijze wordt beleefd.

Daar er geen stedenbouwkundige randvoorwaarden waren en het terrein waar het kantoor moest komen vrij groot is, bleek het tamelijk lastig om aan te sluiten bij de bestaande bebouwing. In verband met de nabije opslag van gevaarlijke stoffen mocht er echter niet meer bebouwd worden dan 2000 m2. Zo kwam het idee van een gebouw dat fungeert als draaipunt voor zijn omgeving. Maar een rond gebouw was als plattegrond voor de kantoorverdiepingen niet wenselijk. Dus werd het grondvlak een vierkant waar vervolgens is geprobeerd de nadruk op de hoeken weg te nemen.

Het zes verdiepingen tellende gebouw oogt open en maakt een slanke indruk. Behalve de 2000 m2 kantooroppervlakte is boven op de zesde verdieping een extra techniekruimte toegevoegd. Het slanke effect van het gebouw wordt bereikt doordat de hoeken van het gebouw als het ware naar het midden van de gevels zijn ‘verplaatst.’De nadruk op aansluitingen en contrasten tussen de toegepaste materialen ligt dus niet op de hoeken maar op de gevels. Hierdoor worden de hoeken als het ware afgerond en ontstaat een rondgaande beweging.

De centrale ligging van de kantoorruimten versterkt nog die rondgaande beweging. Dit is in iedere gevel zichtbaar. Gebruikelijker is immers om het trappenhuis en de liftkoker centraal in het ontwerp op te nemen. Ook hiervoor werd een andere oplossing gekozen. Het trappenhuis met de liften is tegen het vierkante gebouw ‘aangeplakt’ aan de minst interessante zijde van het gebouw, namelijk daar waar de nabije loodsen staan. De meest opvallende zijde van het gebouw bevindt zich echter aan de Groene Kruisweg en dus is daar ook het opvallende noodtrappenhuis gesitueerd: Een glazen koker met gezeefdrukt glas om de lichtinval te temperen.

Slanke indruk

De plaats van de trappenhuizen buiten de vierkante plattengronden van de kantoorruimten had echter nog een doel . Het kantoorgebouw moest met zijn slechts zes verdiepingen toch een lange en slanke indruk maken. Hiervoor zorgen de buiten de vierkante plattegronden gesitueerde trappenhuizen en de verschillende uitwerking van de geveldelen met open en gesloten karakter. Zo zijn twee tegenover elkaar liggende hoeken meer open uitgevoerd en de andere twee hoeken juist meer gesloten. Daarmee is geprobeerde om de ‘draaiing’ van het gebouw zichtbaar te maken.

Tenslotte dient de uitwerking van de begane grond het lange en slanke effect te versterken. De entreeverdieping is rondom uitgevoerd in glas dat terugligt ten opzichte van de bovenliggende verdiepingen. De uitkragende verdiepingen zweven daardoor op een soort glazen sokkel met kolommen. Om nog eens te benadrukken dat de trappenhuizen buiten de vierkante plattegronden zijn geplaatst, lopen deze trappenhuizen juist door tot op de begane grond.

Open en gesloten

De open geveldelen zijn uitgevoerd in grijze aluminium glaspuien met aluminium roosterbalkons die zowel als zeembalkons, vluchtweg en als zonwering dienen. De zesde verdieping waarin zich de directiekamer bevindt en die een groot dakterras heeft, is – aansluitend aan het trappenhuis – rondom voorzien van glazen puien. In verband met het invallend zonlicht zijn de glazen puien uitgevoerd met een gedeeltelijke borstwering en een luifel boven de hellende gevels. De glazen gevels zijn doorgetrokken tot in de techniekruimte boven op de zesde verdieping.

Voor de meer gesloten gevels is gekozen voor natuursteen. Daarbij is onderscheid gemaakt in de kantoorgevels die zijn uitgevoerd in Cenia in gezoet geel, en de gevels van het hoofdtrappenhuis waarvoor antracietkleurige Negro Tino natuursteen is toegepast. Behalve de gekozen kleuren zijn er nog meer verschillen in de geveluitwerking en materiaaltoepassing. Zo hebben de gele natuursteengevels van de kantoren vierkante gevelopeningen met draaikiepramen en de grijze trappenhuisgevels horizontale raamstroken met schuiframen. Voor alle gevels geldt dus dat het glas van binnenuit schoongehouden kan worden, ook de open gevels via de zeembalkons.

Maar niet alleen de uitvoering van de gevelopeningen in de ‘gele en grijze gevel’ verschillen, er zijn ook andere plaatindelingen van de natuursteen toegepast: vierkante platen voor het trappenhuis en langwerpige platen voor de kantoorgedeelten. Deze verschillen in kleur, vorm en afmetingen geven beide gebouwdelen een eigen vormgeving en accentueren de toevoeging van het trappenhuis aan het eigenlijke gebouw.

Alleen het natuurstenen geveldeel aan de noordzijde is hellend. Dit element accentueert en versterkt het slanke karakter van het ontworpen kantoorgebouw. Bovendien vormt het een tegenhanger voor het tamelijk massieve grijze trappenhuis aan de zuidzijde. Met de plaats van de open en gesloten geveldelen is ook rekening gehouden met de ligging ten opzichte van de zon: de gevels op het zuidoosten en zuidwesten zijn grotendeels gesloten in verband met invallend zonlicht.

4 resultaten voor: rijke